In Europa is er momenteel een groeiende beweging die pleit voor het ‘recht op herstel’ tot 10 jaar na aankoop van een product. Dit betekent dat consumenten het recht zouden hebben om hun product te laten repareren of vervangen, zelfs als de garantieperiode al verstreken is.

Het idee achter dit initiatief is om consumenten te beschermen tegen de geplande veroudering van producten, wat vaak betekent dat producten na een bepaalde periode niet meer gerepareerd kunnen worden en dat consumenten gedwongen worden om nieuwe producten te kopen. Dit heeft niet alleen financiële gevolgen voor consumenten, maar ook voor het milieu, aangezien dit leidt tot meer afval en vervuiling.

Veel producten zijn tegenwoordig ontworpen met het oog op een korte levensduur en zijn moeilijk te repareren. Het ‘recht op herstel’ zou consumenten helpen om deze vicieuze cirkel te doorbreken door fabrikanten te dwingen om duurzamere en gemakkelijker te repareren producten te produceren.

Dit initiatief wordt gesteund door verschillende Europese landen en organisaties die zich bezighouden met consumentenrechten en milieu. Sommige landen, zoals Frankrijk en Spanje, hebben zelfs al wetgeving aangenomen die het ‘recht op herstel’ tot 10 jaar na aankoop garandeert.

Als dit initiatief in heel Europa zou worden ingevoerd, zou het een grote stap voorwaarts betekenen voor duurzaamheid en de bescherming van consumentenrechten. Het zou fabrikanten dwingen om producten te produceren die langer meegaan en gemakkelijker te repareren zijn, wat zowel financieel als ecologisch voordelig is voor consumenten en de samenleving als geheel.